Sensoren worden in de groeiplaats gestoken – al dan niet gekoppeld aan een automatische sproei-installatie- om het verloop van het beschikbare vocht in de bodem live te meten. Dat gebeurt met name bij bomen die een verhoogd risico hebben om te verdrogen.
GIS-specialisten bij Verheij Integrale groenzorg Niels Rijksen en Tim van Heteren managen het sensorensysteem bij het groenbedrijf. Rijken legt uit: ‘De steeds vaker voorkomende extremere droogteperiodes, zoals in de zomers van 2018, 2019 en 2022 en in het voorjaar van 2020, vormen een verhoging van het risico op verdroging. Denk daarbij aan jonge aanplant, maar ook aan bijzondere bomen of beplanting op een daktuin, of beplanting in een tussenberm waar een aannemersbedrijf lastig langs kan om water te geven.’
Van Heteren knikt en voegt toe: ‘Niet alleen bij droogte geven de sensoren aan wanneer we de watergiften moeten opschalen. Sensoren attenderen ons ook op een te vochtige bodemhuishouding, waardoor er minder of geen water gegeven hoeft te worden. Een extreme plensbui middenin een droge periode kan bijvoorbeeld betekenen dat we een geplande watergift kunnen uitstellen. Ook kan na onderzoek blijken dat er drainagemaatregelen genomen moeten worden, of dat de bodem los ‘geploft’ moet worden, zodat het water beter doorloopt naar de ondergrond.’
Jonge aanplant op de middenberm van de A44
Rijksen en Van Heteren bevestigen hoe handig sensoren zijn aan de hand van een recent project, de Comol5 RijnlandRoute. Binnen dit gefaseerde project heeft een team van dertig medewerkers in de nacht van 5 op 6 november 2021 haagplantsoen (zesduizend veldesdoorns) in de middenberm van de A44 bij Leiden aangeplant. Om de jonge aanplant tot 2026 te kunnen monitoren, heeft Verheij Integrale groenzorg tien sensoren op deze locatie geplaatst.
Rijksen: ‘Middenbermen zijn altijd moeilijk te bereiken, ook hier op de A44. We kunnen niet even langs om water te geven, want dan moet de halve snelweg afgesloten worden. Voordat er ingrijpende verkeersmaatregelen genomen worden, moeten wij aan de opdrachtgever kunnen aantonen dat we voortdurend hebben gemonitord en dat de beplanting zonder twijfel een watergift nodig heeft.’
"Je weet wanneer je met de opdrachtgever moet communiceren dat het echt tijd is om in te grijpen"
Niels Rijksen, GIS-specialist bij Verheij
Sensoren gekoppeld met weerstation
Van Heteren vat samen: ‘We rijden in droge periodes ook vaak flinke afstanden om veel water te geven. Voorheen konden we niet controleren of we de juiste hoeveelheden water gaven. Door op afstand te monitoren, kunnen we efficiënt met water omgaan.’ Rijksen knikt: ‘Voorheen schatten we in dat we na drie dagen warmte en droogte op pad moesten om water te geven. Nu laten de sensoren zien: het is wel warm, maar de bodem is nog verzadigd met vocht. Omdat het sensorensysteem is gekoppeld aan het dichtstbijzijnde weerstation kunnen we veel gerichter te werk gaan.’
Werkvoorbereiding
Werken met sensoren is een specialistisch werk, waarvoor gebiedskennis en kennis van planten, bodems en bodemvochthuishouding nodig is. Rijksen vertelt dat de voorbereiding voor het werken met sensoren ook aardig wat tijd kost. ‘Het is niet zo, dat je vandaag zegt “ik wil werken met sensoren” en dat je ze morgen ergens plaatst. Er zijn veel verschillende sensoren op de markt, daar moet je je goed op oriënteren voordat je sensoren aanschaft. Bovendien begint het werken met de sensoren met eerst goed nadenken over waar je de sensoren plaatst. Communicatie met de opdrachtgever is daarvoor essentieel.’
Verheij Integrale groenzorg gaat eerst met de opdrachtgever om tafel om te bepalen hoeveel sensoren er worden toegepast en waar ze komen te staan. Rijksen vervolgt: ‘Het is jammer als je sensoren plaatst in een plantvak dat een maand later op de schop gaat voor een grote renovatie. Ook proberen we de sensoren zo verspreid mogelijk te plaatsen, maar wel alle risicogebieden in de bodemvochtmeting mee te nemen. Die risicogebieden stellen we met de opdrachtgever vast. De beplantingsstrook in de middenberm van de A44 is vrij homogeen, maar over het algemeen is het belangrijk dat er voldoende beplanting van vergelijkbare soort en leeftijd in de buurt staan van de boom waarbij we een sensor plaatsen. Ook houden we in de gaten in welk bodemtype de bomen staan: zandgrond heeft bijvoorbeeld een totaal andere vochthuishouding dan kleigrond. Binnen de meeste projecten en gemeenten verschilt de grondslag nauwelijks, maar tussen gemeenten weer wel. Als er grondslagverschillen zijn, houden we daar rekening mee in onze bodemvochtanalyses.’
De toepassing
Met de schop brengt Verheij Integrale groenzorg de sensoren volledig in de bodem aan, op gemiddeld 30 cm diepte. Via een zender zijn de sensoren verbonden met het basisstation. Het basisstation met eigen zonnepaneel hangt er ergens in de buurt op hoogte, zodat het een goede ontvangst heeft.
Het basisstation stuurt via het 4G-netwerk alle informatie door naar de cloud. Vanuit de cloud stuurt Verheij Integrale groenzorg de data real-time door naar haar eigen database.
Inzicht via GEOGreen-dashboard
‘De sensoren geven eenmaal per kwartier een signaal af met een bepaalde waarde’, legt Van Heteren uit. ‘Via de digitale beheertool GeoGreen heeft Verheij Integrale groenzorg direct inzicht in de gemeten data. De opdrachtgevers zijn gekoppeld aan GeoGreen, zodat zij de metingen live kunnen volgen. Zo toont het GeoGreen-dashboard de huidige vochtstand van alle sensoren. Wij stellen ook een gemiddelde van die gemeten vochtwaardes per dagdeel vast. Wanneer de gemeten waardes buiten een vooraf vastgestelde bandbreedte vallen, moet er worden ingegrepen. Na een ingreep zoals bijvoorbeeld water geven toont de grafiek van de vochtwaarde direct een sprongetje omhoog.’
Opvolging van de analyseresultaten
De sensoren meten in de bodem niet alleen het vochtgehalte, ook de temperatuur, het zoutgehalte en het percentage mineralen. De bodemtemperatuur is bijvoorbeeld een indicator voor hoe hard de planten groeien. Van Heteren legt uit: ‘Verheij Integrale groenzorg rekent de gemeten data door met GeoGreen. Deze analyses bepalen welk script wordt gevolgd (in een script staat van tevoren vastgesteld wat er wordt gedaan met de gemeten data). De projectleider neemt vervolgens contact op met de opdrachtgever voor overleg.’
Van Heteren vervolgt: ‘Het doorlopen van maatwerk scripts maakt ons bedrijfsproces efficiënter, we verspillen minder water en verminderen onze CO2-uitstoot door minder transportbewegingen. Maar het allerbelangrijkste is dat de beplanting goed aanslaat, sterk en toekomstbestendig is en dat de buitenruimte er mooi en verzorgd uit ziet.’
De toekomst van sensoren
Hoe ziet de toekomst van sensoren in de groenbranche eruit? Van Heteren: ‘De technische, technologische en digitale ontwikkeling gaat door, daar maken sensoren deel van uit, maar ook drones en machine learning. Dat zijn allemaal zaken die de groenbranche naar een hoger niveau kunnen tillen. Wij blijven ons als bedrijf in elk geval ontwikkelen. We denken voortdurend na over hoe wij innovaties intern door kunnen voeren.’
‘Een van de terugkerende thema’s is steeds verder automatiseren, zodat we nog meer grip op alle processen krijgen. Daar zullen sensoren ongetwijfeld een rol in spelen,’ zegt Rijksen tot besluit.